geb. 18 Febr. 1772 te Bassano, sedert 1809 inspecteur van het mijnwezen te Milaan, ging 1822 naar Egypte, om het opzigt te voeren over de mijnen van den onderkoning, en stierf op eene wetenschappelijke reis 25 Sept. 1826 te Khartoem. Zijne verzamelingen, zijne bibliotheek en 10,000 lire om eenen bewaarder te bezoldigen, had hij reeds in 1822 aan zijne geboortestad vermaakt.
Hij schreef, onder meer, geestige brieven over Dante (1797; Milaan 1835), en het belangrijke werk Delto slalo fisico del suoto di Roma (Rome 1820).