Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Frans Naerebout

betekenis & definitie

nederlandsche loods, geb. te Veere in Zeeland 1747, gest. 1818. Meer dan honderd schipbreukelingen zijn door hem bij verschillende gelegenheden van eenen bijna wissen dood gered.

In 1794 als loods op het O. I. Compagnie-schip »Voorland" gekomen; dat door de onbekwaamheid van texelsche loodsen op eene droogte was gestuurd, bracht de ervarene N. dit schip weder vlot, en liet zich bewegen om het tot in het Kanaal te loodsen; door de hevige stormen was er geen mogelijkheid hem te Dover of te Piymoulb aan wal te zetten, zoodat hij zich genoodzaakt zag mede te varen tot de Kaap de Goede Hoop. Hier werd hij herkend als de redder van zoovele menschenleveus, en feestelijk onthaald. Het schip, waarmede hij de terugreis naar het vaderland aanvaardde, werd Juli 1795 door deEngelschen buitgemaakt en opgebracht naar Londen. Ook daar herkende men N., en men deed hem hét schitterende aanbod, om hem als engetschen loods aan te stellen op een vast traktement van 2400 gulden’sjaars; doch de edeldenkende nederige N. bedankte voor zooveel eer.erbijvoegende, het nooit met zijn geweten te zullen kunnen rijmen om tegen zijn eigen vaderland te dienen. Na eene afwezigheid van 14 maanden keerde hij te Vlissingen terug bij zijne vrouw en kinderen, en ontving boven het gewone daggeld, dat hij als verdiend loodsloon te goed had, eene extra-belooning van twee honderd gulden voor zyue betoonde trouw. Door de gebeurtenissen, die eene tijdelijke vernietiging van ons zelfstandig volksbestaan ten gevolge hadden, werd de edele N. uil zijnen werkkring geslooten, en op zijnen ouden dag begiftigd met het postje van lantaarnopsteker aan hel Sas van Goes, doch kort voor zijnen dood door koning Willem I verheven tot Broeder der Orde van den Nederlandschen Leeuw, welkevorde waarschijnlijk nooit eenen man onder hare Broeders telde, waardiger dan N. om dien titel te dragen.

< >