Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

François van barbe-marbois

betekenis & definitie

(markies), geb. 1745 te Metz in Frankrijk, gest. 1837, was eerst secretaris van legatie en vervolgens fransch zaakgelastigde in Duitschland, consul in de Vereenigde Staten, intendant op St. Domingo (1785), minister van Frankrijk bij den rijksdag te Weenen en te Regensburg; ambteloos burger gedurende de Conventie, werd hij maire van de stad Metz inl795,was vervolgens lid en president van den Raad der Oudsten.

Na 18 Fructidor jaar V werd hij naar Sinnamary gedeporteerd. In 1800 uit de ballingschap teruggeroepen, werd hij lid van den raad van state, directeur (en vervolgens minister) van de schatkist (1801—6), bekwam zijn ontslag wegens eene verkeerdheid in zijn beheer, werd echter 1808 president van de rekenkamer, en 181.3 sénateur. Onder Lodewijk XVIII werd hij zegelbewaarder; doch een vijand zijnde van alle reactie, behield hij die waardigheid slechts een korten tijd, en werd weder president van de rekenkamer, dat hij bleef tot in 1834, toen hij deze betrekking nederlegde. Hij heeft vele werken van staathuishoudkundigen en anderen aard geschreven, waaronder eene Histoire de laLouisianc( Parijs 1829).

< >