ontdekker en veroveraar van Peru, geb. te Truxillo 1475, was de onechte zoon van een spaanscb edelman bij eene spaansche deern uit de heffe des volks. In zijne jeugd was P. varkenshoeder, doch reeds vroeg begaf hij zich naar Amerika, maakte den krijgstocht van Batboa mede (1513), trok de opmerkzaamheid van Cortez, verbond zich met Almagro en Luque om de goudlanden te gaan opsporen, waarover zooveel gesproken werd, en belastte zich met de regeling van dien tocht: gedurende drie jaren (1524—1527) deed hij eene ontdekkingsreis bezuiden Panama, en had in die drie jaren alle bedenkelijke ellenden te verduren; eindelijk het land gevonden hebbende, dat hij zocht, begaf hij zich naar Spanje, en verkreeg van Karel V den titel van onderkoning over de door hem ontdekte landen (1528).
Als overwinnaar rukte hij Peru binnen (1531), maakte zich op verraderlijke wijze meester van den persoon van inca Atahualpa, liet zich voor diens invrijheidstelling eenen ongehoord hoogen losprijs betalen, en liet hem toen op eene eervergeten trouwelooze wijze van het leven berooven. Daarop bemachtigde hij Cuzco, terwijl een zijner onderbevelhebbers zich meester maakte van Quito (1533); bij onderwierp geheel Peru, terwijl Almagro bezig was Chili tot onderwerping te brengen (1534), en slichtte de stad Lima (1535). In die stad werd hij belegerd door de tegen hem in opstand gekomene Peruanen; doch die werden door hem afgeslagen. Vervolgens in twist geraakt met Almagro, kwam het met dezen tot vijandelijkheden; doch P. bracht hem de nederlaag toe bij Cuzco (1538), nam hem gevangen, en liet hem onthoofden. Van dat oogenblik af regeerde P. met nog grooter willekeur dan te voren, verdeelde de gronden en de slaven met eene allerstuitendste partijdigheid, en vond er behagen in, den ondergang te bewerken van zijne vijanden: deze schaarden zich om den jongen Almagro, en hun aanvoerder Herreda kwam P. vermoorden in zijn paleis (1541).Krachtdadig was P. in zijne ondernemingen geholpen door zijne broeders, van welke de bekendste is Gonzales of Gonzalvo; deze bad hem (1538, zie boven) Almagro helpen verslaan, en was daarop benoemd lot stadhouder van Quito. Toen P. vermoord was, verzamelde Gonzales zijne aanhangers, en regeerde over Peru gedurende driejaren (1544—47). In 1548 gevangen genomen door president Guasca, dien Karel V met het gezag bekleed had, werd Gonzales als rebel ter dood veroordeeld ; hij stond juist op het punt om in het huwelijk te treden, met eene vrouw, die tot de familie der incas behoorde.