geb. 2 Jan. 1788 te Dijon,eerst advokaat aldaar, werd vervolgens lid van geheime genootschappen te Parijs, en van de hoofd-commissie der Carbonaria. Na de Julij-omwenleling was hij een korten tijd procureur-generaal op Corsica, en kwam 1831 in de Kamer, waar hij zich aansloot aan de uiterste linkerzijde.
Ten gevolge van een drukpersproces als vlugteling in Londen verblijf houdende (1834—39) schreef hij eene Histoire populaire de la révolution française de 1789 à 1830 (4 dln. Parijs 1840) in radicalen geest. Doorzijn Voyage en Icarie, roman philosophique el social (Parijs 1840—42) en de nieuwe rigting van zijn weekblad Le Populaire brak hij met de zuiver-staatkundig radicalen, en geraakte hij tevens in onmin met de hevige communisten. De Februarij-omwenteling vervulde zijne wenschen niet; en na den strijd in Junij 1848 ging hij met 44 geestverwanten scheep naar Texas, waar hij onmetelijk groote landerijen zeide te bezitten ; reeds in 1849 intusschen werd hij, door zijne volgelingen geregtelijk aangeklaagd, veroordeeld; doch dit vonnis werd door het hof van appel vernietigd, nadat hij 1851 in Frankrijk teruggekeerd was. Na den staatsgreep vond hij goed zich andermaal naar Texas te begeven, moest echter van daar vlugten, en stierf 9 Nov. 1856 te St.-Louis in Missouri.