geb. 15 Sept. 1789 te Brussel, trad 1803 als kadet in ’s lands zeedienst, werd 1829 adjudant van prins Frederik der Nederlanden (den admiraal der vloot), 1840—41 directeur der marine; 1844 ontslagen als adjudant van prins Frederik, werd v. d. B. in dat jaar bevorderd tot schout-bij-nacht; 1845 kommandant der zeemagt in O.-L, nam hij als zoodanig 1846 deel aan de expeditie tegen Bali; 1848 gerepatrieerd, werd hij tijdelijk minister van marine, later tevens minister van koloniën, legde 1849 die gewigtige posten neder, werd tot vice-admiraal bevorderd, en vertrok andermaal als kommandant der zeemagt naar O.-L, waar hij Mei 1850 aankwam, doch reeds 11 Febr. 1851 overleed.
Hij was een eerlijk, edel,bekwaam en werkzaam man,en stond dan ook tot aan zijnen dood in hooge achting bij den edelen prins Frederik der Nederlanden.