(Aristide Aubert), fransch zeeofficier, geb. 31 Aug. 1760 te Boumois bij Saumur, ondernam 1789 eenen tocht om La Peyrouse op te sporen, werd echter door de Portugezen gevangen genomen, en keerde eerst na veel te hebben uitgestaan in Frankrijk terug. Op den tocht naar Egypte, kommandeerde hij een schip van 80 stukken geschut, en sneuvelde in den slag bij Aboekir tegen Nelson, 1 Aug. 1789.
(Abel Aubert), zoon van den vorige, geb. 3 Aug. 1793, fransch scbout-bij-nacht, deed 1834—39 eene reis rondom de wereld, en nam bij die gelegenheid het eiland Haïti in bezit, dat door hem beschreven is in een prachtwerk (10 dln. Parijs 1840 en v.). —D.-T. (L. M. Aubert), kruidkundige, broeder van Aristide, geb. 1758, gest. 1831, trad 1792 in fransche zeedienst, en zou deelnemen aan den tocht ter opsporing van La Peyrouse. Eerst na zijnen broeder uitgezeild, trachtte hij vruchteloos zich bij dezen aan te sluiten op Isle-de-France, waar hij zich 10 jaren lang genoodzaakt zag te blijven, welken tijd hij zich ten nutte maakte om de Flora van het eiland te bestudeeren. Vervolgens bracht hij eenige maanden op Madagascar door, en keerde 1802 in Frankrijk terug, was sedert 1806 gedurende 20 jaren directeur van de boomkweekerij du Roule, en heeft verscheidene werken over kruidkunde en landbouw geschreven.
