Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Christoph Wilhelm Hufeland

betekenis & definitie

duitsch geneeskundige, geb. 12 Aug. 1762 te Larfgensalza in Thuringen, eerst practiseerend geneesheer te Weimar, 1793 prof. te Jena, 1801 lijfarts van den koning van Pruisen, 1809 prof. aan de in dat jaar gestichte universiteit te Berlijn, 1810 staatsraad, 1819 direeteur der militaire akademie van geneesen heelkunde, gest. 26 Aug. 1836, blonk evenzeer uit als edel mensch en als bekwaam medicus. Vele zijner werken zijn verscheidene malen herdrukt, o. a. zijne Makrobiolik oder die Kunst das menschliche Leben zu verlängern (Jena 1796; 8e druk Berlijn 1860), welk werk in schier alle enrop. talen overgezet is.

< >