Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Christian gottfried ehrenberg

betekenis & definitie

duitsch natuurkundige, geb. 19 April 1795 teDelitzsch, sedert 1839 gewoon hoogleeraar der geneeskunde te Berlijn, heeft zich vooral beroemd gemaakt door zijne onschatbare microscopische nasporingen betreffende de infusorién; zijn voornaamste werk daarover is: Die Infusionsthierchen als vollkommene Organismen (Leipz. 1838, met 64 platen); over fossiele infusiediertjes schreef hij zijne Mikrogeologie (Leipz. 1854 en v.). Eene menigte belangrijke geschriften van E. onvermeld latende, noemen wij hier nog van hem: Naturgeschiehiliche Reise durch Nordafrika und Westasien (dln. 1, Ie stuk, Berlijn 1828), zijnde het begin der beschrijving van zijne eerste wetenschappelijke reis, diehij 1820 tot 1825 door Egypte, Arabië en Palestina deed met Hemprich.dieopdezereis, ten gevolge van de uitgestane vermoeienissen, bezweek, zoodat E. die verder alleen voltooide.

In 1829 deed E. met den grooten Humboldt de reis door MiddelAzië, inzonderheid in het hoogland van den Altai.

< >