Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Burmania

betekenis & definitie

oud aanzienlijk friesch geslacht, dat reeds uit de 11e eeuw dagteekent, en vele beroemde mannen heeft voortgebragt, waaronder:

(Rienck van), gest. 1563, ofschoon zeer gezien bij Karel V, een ijverig voorstander van 's landsvrijheid.

(Jemme, of Gemma), de Standfries, dus genoemd om zijn fier gedrag bij de huldiging van koning Filips II te Brussel (1555), toen hij weigerde te knielen, zeggende dit voor God alleen te doen. Hij was mede-onderteekenaar van het verbond der edelen, even als zijn geleerde neef B. (Upko van).

(Rienck), zoon van Jemme, was 1625 ambassadeur in Engeland.

(Sjuck Gerrolt Juckema) werd 1684 door de Staten-Generaal gekozen tot het sluiten van het verdrag met den franschen graaf d’Avaux, ten einde Spanje tot aanneming van het bestand te bewegen.

En, om vele anderen niet te noemen,

(Epo Sjuk van), beroemd letterkundige en burgemeester van Dokkum, van wien de geschiedenis getuigt, dat hij voor prins Willem IV van Oranje van evenveel belang was als Sully was voor Frankrijk's koning Hendrik IV.

< >