naam van een oud aanzienlijk fransch geslacht, dat zich B. noemde naar Bourbon-l’Archambault, een vlek en hoofdpl. eener voormalige heerlijkheid B. in de oude provincie Bonrbonnais. Men onderscheidt drie Huizen van B., onderling verbonden door de vrouwen.
Het 1e Huis is gesproten uit Aimar of Adhemar, sire van B., die leefde omstr. 913, en die geacht wordt af te stammen van Childebrand, broeder van Karel Martel. Dit Huis is uitgestorven 1208 met Archambault VIII, die slechts één kind naliet, eene dochter, namelijk Mahaut van B.
Het 2e Huis heeft tot stamheer Guy, sire van Dampierre, die 1197 de tweede man werd van Mahaul van B.; uit dit huwelijk sproot Archambault IX, die counétable van Auvergne werd, en wiens zoon Archambault X slechts eene dochter naliet, met name Agnes, van wie de heerlijkheid B. overging op hare dochter Beatrix.
Het 3e Huis heeft tot stamheer een Capelinger prins, den zesden zoon van koning Lodewijk den Heilige, namelijk Robert van Clermont, die 1272 met Beatrix in den echt trad. Tot dusverre droegen ze slechts den titel van Heeren van B. (sires de Bourbon)-, doch Lodewijk 1, de zoon van Robert en Beatrix (geb. 1279) verwisselde dien titel tegen dien van hertog en pair, welke nieuwe titel hem 1327 door Karel IV werd geschonken. Deze Lodewijk I, die voor den verständigsten man in het gansche rijk werd gehouden, stierf 1341, en liet twee zonen na : Petrus (of Pierre), sire van B., en Jacobus (of Jacques), graaf van La Marche; en deze twee werden elk den stamheer van een afzonderlijken tak. Uit den jongsten dier beide takken is de koninklijke dynastie der Bourbons gesproten ; ziehier de afstammelingen dier beide takken :
Oudste tab
Petrus I, oudste zoon van Lodewijk I, geb. 1311, sneuvelde 1356 in den slag van Poitiers.
Lodewijk II, geb. 1337, gest. 1410 (zie B. LOOEWIJK II blz.554, kol. 1) speelde eene belangrijke rol onder Karel VI. —Jan I, geb. 1381, krijgsgevangen gemaakt in den slag van Agincourt, bleef 18jaren in gevangenschap, en stierf 1434 te Londen.
Karel I, geb. 1401, gest. 1456, smeedde verscheidene zamenzweringen tegen Karel VIL
Jan II, geb. 1426, kinderloos gest. 1488, was de ziel der -Ligue du Bien-Public” onder Lodewijk XI, en wierp zich na des konings dood als pretendent op.
Petrus II, broeder van den vorige, geb. omstr. 1435, gest. 1503, bekend onder den naam van sire de Beaujeu, huwde Anna, de dochter van Lodewijk XI ; en aan hem, gezamentlijk met zijne vrouw, werd naden dood des konings het regentschap opgedragen. Hij liet slechts eene dochter na, Suzanna van B„ die in den echt trad met haren neef Karel II, zoo bekend onder den naam van Connétable van Bourbon (zie over hem blz.554, kol. 1). Met den sire de Beaujeu was de oudste tak uitgestorven.
Jongste tak.
Jacobus (of Jacques), graaf van La Marche, derde zoon van Lodewijk I, connétable, geb.om 1314, krijgsgevangen inden slag van Poitiers 1356, sneuvelde 1361 in een gevecht tegen de zoogenaamde Compagnien. —• Petrus sneuvelde 1361 te gelijk met zijn vader. —• Jan I, geb. omstr. 1337, gest. 1393, werd door zijn huwelijk graaf van Vendôme.
Lodewijk II, geb. omstr. 1376, krijgsgevangen 1415 in den slag van Agincourt, gest. 1446.
Jan II, geb. 1429, gest. 1478, werd door zijn huwelijk Heer vau Roche-sur-Yon.
Frans, geb. 1470, gest. 1495.
Karel, geb. 1489, gest. 1537; 1er belooning van zijne diensten werd het graafschap Vendôme ten zijnen behoeve door Frans I tot een hertogdom verheven, en door den dood van den connétable van Bourbon (zie hierboven) werd hij 1527 het hoofd van de gansche familie Bourbon. Zijnzoon Antoine, geb. 1518, gest. 1562, werd koning van Navarre door zijn huwelijk met Jeanne d’Albret, bij wie hij verwekte Hendrik, zoo bekend onder den naam van Hendrik IV, die als de stamheer te beschouwen is van de dynastiën der Bourbons, welke sedert geregeerd hebben in Frankrijk, Spanje, Parma en Napels.
Bourbons van Frankrijk.
Hendrik IV had tot opvolger zijn zoon Lodewijk XIII. Deze liet twee kinderen na, t. w.:
Lodewijk XIV, het hoofd van den oudsten tak, welke Frankrijk regeerde tot de omwenteling, en daarna van 1815 tot 1830; en
Filips van Orleans, het hoofd van den jongsten tak, welke 1830 op den troon kwam (zie ORLEANS) en Frankrijk regeerde tot de omwenteling 1848. De oudste tak regeerde in deze volgorde:
Lodewijk XV, achterkleinzoon van Lod. XIV;
Lodewijk XVI, kleinzoon van Lodewijk XV ;
daarna de broeders van Lod. XVI, t. w. ; eerst Lodewijk XVIII, toen Karel X; deze Karel X was de vader van den hertog van Berry, na wiens dood geboren werd zijn zoon Hendrik, hertog van Bordeaux, meer bekend onder den naam van graaf van Chambord.
Bourbons van Spanje.
Deze dynastie is gesproten uit Filips, hertog van Anjou, tweede zoon van den dauphin en kleinzoon van Lodewijk XIV, die onder den naam van Filips V op den troon van Spanje werd geplaatst (1701); van zijne afstammelingen regeerden Ferdinand VI, Karel III, Karel IV, Ferdinand VII, en koningin Izabella (dochter van Ferdin. VII en Maria-Christina).
Bourbons van Parma.
Deze hertogelijke dynastie ontstond 1748 door den infant Filips, zoon van koning Filips V van Spanje; van zijne afstammelingen kwamenopdenhert.troon: Ferdinand (1765.),Lodewijk 1802 (koning vanEtrurie); vervolgens (1847) Karel Lodewijk (of Karel II), Karel III (1849, vermoord 1854), Robert I (onder voogdij zijner moeder 27 Mrt. 1854, gevlugt 1860).
Bourbons der Beide-Sicilién.
In 1759 plaatste Spanje's koning Karel III (zie hierboven) zijnen achtjarigen zoon Ferdinand op den troon vanNapels;deze werd 1806 verdreven,doch bleef regeren op Sicilië, keerde 1815 te Napels terug, en stierf 1825; zijne opvolgers waren : Frans I (1825), Ferdinand II (1830), Frans II (1859, weggejaagd 1860).
Zijtakken.
Aan de familie B. sluiten zich aan : de zijtakken Condé en Conti.—• De tak Condé, uitgestorven 1830, stamde af van Lodewijk van B., prins van Condé (jongsten broeder van Antoon van B., koning van Navarre, en oom van Hendrik IV), geb. 1530, gesneuveld 1569 (zie CONDÉ). Verscheidene prinsen van dezen tak zijn meer bekend onder den naam van hertogen van B. (zie hieronder L. H. en L. H. J. van BOURBON, blz. 554, kol. 2).
De tak Conti, uitgestorven 1814, stamde af van een broeder van den grooten Condé, namelijk Armand van B. prins van Conti, geb. 1629, gest. 1666 (zie CONTI).