Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Bonifacius (hielige)

betekenis & definitie

de heilige, apostel der Duitschers, geb. omstr. 680 te Kirton in het engl. graafschap Devon, had bij den doop den naam ontvangen van Winfried; als monnik van het klooster Nutcell, vatte hij 715 het besluit, om het Evangelie te gaan verkondigen aan de Heidenen op het vasteland van Europa. Na dit te vergeefs beproefd te hebben bij de Friezen, keerde hij naar Engeland terug, waar hij tot abt van zijn klooster gekozen werd.

Vervolgens andermaal zijne zendingstaak opvattende, toog hij predikend door Duitschlaud, werd 723 te Rome door paus Gregorius II tot bisschop gewijd, keerde daarop naar Duitschland terug, vernielde 724 bij Gcismarin Hessen den zoogenaamden heiligen Donder-eik, werd 732 tot aartsbisschop en primaat van Duitschland verheven, en kreeg als zoodanig (745) Maintz tot vasten zetel; hij stichtte bisdommen te Freisingen, Regensburg, Erfurt, Wurtsburg en meer andere; in 752 zalfde hij Pepijn tot koning der Franken. Als ruim 70-jarige grijsaard nog naar Friesland getogen, om daar de bevolking tot het Christendom te bekeeren, werd hij 755 bij Dokkum door eene gewapende bende vermoord; zijn lijk werd overgebragt naar Fulda,en daar in het door hem gestichte klooster bijgezet. Zijn kerke), gedenkdag als heilige martelaar voor het geloof is 5 Junij.

< >