zonen van den graaf van Trastamara (P. de Lima), waren beiden (de een na den anderen) de minnaars der gravin van Portugal, Theresia, weduwe van Hendrik van Burgundië. Deze vorstin gaf aan eerstgenoemden (Beremond P.) de hand harerdochter Drraca, en schonk aan den tweeden (Ferdinand P.) hare eigene hand met den titel van graaf van Portugal (omstr. 1124).
Vier jaren later werd Alfons Henriquez, de zoon van Theresia, meerderjarig; hij versloeg de troepen zijner moeder te San-'Mamedo, zette haar gevangen, en zond Ferdinand P. in ballingschap, na hem onder eede de belofte te hebben laten doen, dat hij nimmer weder een voet in Portugal zou zetten.