(Louis), generaal van het eerste fransche keizerrijk, geb. 1764 te Parijs, bij het uitbarsten van de omwenteling luitenant, adjudant van Crillon en van Labourdonnaye, kolonel bij de Rijn-armee, brigadier en chef van den algemeenen staf bij Custine, bij wiens val er tegen B. eene aanklagt gedaan en B. in hechtenis genomen werd. Bij de armee van het binnenland aangesteld, kwam hij in verdenking de sectiën begunstigd te hebben.
Bonaparte plaatste hem evenwel bij dearmee van Italië. Hier werd B. divisie-generaal, was kommandant van Venetië, behulpzaam bij de inname van Malta, en zou de tropheën naar Parijs brengen, doch werd door de Engelschen gevangen genomen;later kwam B. bij de Rijn-armee, en voerde 1799 bevel in Graauwbunderland. In 1808 was hij andermaal kommandant van Venetië; 1809 bevond hij zich bij Eugenius en was opperbevelhebber in Tirol, 1810 in Spanje, 1812 in Rusland, daarna gouverneur te Berlijn, waar hij 1813 stierf.(Achille, graaf), zoon van den vorige, geb. te Parijs 6 Sept. 1795, werd van de militaire school te St. Cyr ondergouverneur 1832 en gouverneur 1836,divisie-generaal 1843, weerstreefde als kommandant te Besancon de Februarij-omwenleling, was als afgevaardigde ter nationale vergadering bet hoofd der streng-conservativen, in Nov. 1849 kommandant in Parijs; was een dergenen, die den staatsgreep van2Dec. 1851 deden gelukken, waardoor het tweede fransche keizerrijk ontstond;in den oorlog met Rusland,aan het hoofd der Oostzee-expeditie, vermeesterde hij de vesting Bomarsund, en werd daarvoor (28Aug. 1854) maarschalk van Frankrijk. Bij den veldtogt in Italië onderscheidde hij zich door het gevecht bij de inname van Melegnano (8 Junij 1859), en had een belangrijk deel aan den slag bij Solferino.