(spreek uit: An-draaz'zji), een hongaarsch gravengeslacht methetpraedicaat:van EsikScentkiraly en Krasznohorka. De volks-overlevering doet dit geslacht afstammen van den Magyarenaanvoerder Andoras.
Het is gesplitst in twee liniën: tot de oudste behoorde graafKarel A.,geb. teGömör 1792, gest. te Brussel 1845. Hij was een ijverig lid der oppositie, en deed zich als zoodanig kennen op de rijksdagen van 1839 en 1844, in genootschappen en door geschriften. Zijn oudste zoon, graaf Mano A., geb. 7 Maart 1821, behoorde op den rijksdag van 1847 insgelijks tot de oppositie en bekleedde eene hooge betrekking onder het revolutie-ministerie. Zoowel het een als het ander was ook het geval met Mano’s broeder, graaf Gyula A., geb. 8 Maart 1823, ofschoon deze van eene eenigzins meer aristocratische kleur was. Hij was van wege het insurrectiebewind gezant te Constantinopel, en vestigde zich later te Parijs.Het hoofd van de jongste linie, graaf George A., geb. 5 Februarij 1797,k.k. kamerheer, was op veelzijdige wijze nuttig werkzaam,doch behoorde tot de conservatieve partij. Niettemin werd hij tijdens het hongaarsche ministerie oppergespan van het saroscher gespanschap of comitaat.
