Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Altränstadt

betekenis & definitie

een kerspel in de pruisische provincie Saksen, tusschen Leipzig en Merseburg, waar koning Karel XII van Zweden, bij zijnen inval in Saksen, 20 September 1706 zijn hoofdkwartier opsloeg, en waar, nadat daarover sedert den 12den September te Bischofswerda onderhandeld was, den 24 dier maand tusschen hem en August II van Polen de vrede werd geteekend, die echter eerst 26 November afgekondigd werd. August moest, ofschoon met behoud van den koningstitel, afstand doen van Polen en Litthauen, zich aan het verbond tegen Zweden onttrekken, Patkul uitleveren, en aan de Zweden vergunnen in Saksen winterkwartieren te betrekken.

Na den slag van Pultawa (1709) verklaarde August den vrede voor nul en nietig, omdat de onderhandelaars, Imhof en Pfingsten, die op Koningstein kwamen, verder waren gegaan dan hunne volmagt toeliet. In 1707 was hier ook de zoogenaamde Altranstadtsche Conventie gesloten tusschen keizer Leopold I en koning Karel XII van Zweden wegens de vrije uitoefening van de protestantsche godsdienst in Sileziê.

< >