de mate waarin iets verdragen wordt. B.v. de T. van een lijder aan suikerziekte voor koolhydraten: de hoeveelheid die hij gebruiken kan zonder dat suiker in de urine optreedt.
Het tegenovergestelde — intolerantie. Zoo is b.v. iemand, die reeds van één glas bier of wijn dronken wordt, intolerant voor alcohol.