Lat., roosje, noemt men kleine, niet door bloeduitstorting teweeggebrachte, maar op
hyperaemie (bloedovervulling) berustende en bij druk met den vinger verdwijnende vlekjes in de huid, voorkomende bij typhus, syphilis, en andere ziekten; ook wel bij vergiftiging met copaïva, joodkalium, enz.