Gepubliceerd op 14-06-2022

Necrose

betekenis & definitie

Versterf. Hieronder verstaat men een plaatselijken dood, het afsterven van enkele cellen of celgroepen; dit kan veroorzaakt worden door verschillende schadelijke invloeden, en wordt bevorderd door een slechte voeding van het weefsel. Zoo ziet men b.v. gemakkelijk N. optreden bij grijsaards (seniele N.), bij typhus of andere zware ziekten, enz.

Naar de bij den dood der verschillende weefsels optredende veranderingen onderscheidt men: le. eenvoudige N., waarbij het doode weefsel ongeveer het uiterlijk van het levende behoudt (b.v. bij been of kraakbeen);

e. N. met uitdroging (mummificatie) ; het afgestorven deel wordt donkerrood tot zwart (zwart versterf), of behoudt een witte kleur (wit versterf) ; deze vorm komt voor bij de seniele N. (voeten of teenen van grijsaards) en is de normale wijze van verdwijning van het stompje van de navelstreng;
3e. N. met stolling (coagulatienecrose), gekenmerkt door de stolling van eiwitlichamen in de afstervende cellen; een bijzondere vorm hiervan is o.a. de verbazing bij tuberculose;
4e. N. met verweeking (vervloeiings- of colliquatienecrose), waarbij de doode deelen verweeken tot een brijachtige massa, en soms afgekapseld worden (verweekingscyste);
5e. N. met uitgang in gangreen (vochtig versterf, sphacelus), gekenmerkt door rotting der afgestorven weefsels. Zijn hierbij ook de dieper gelegen deelen aangedaan, zoodat de bloedsomloop geheel stilstaat, dan voelt het deel koud aan ea spreekt men van koudvuur.

Iedere N. veroorzaakt een meer of minder sterke reactieve ontsteking in de omgeving die voeren kan tot afgrenzing (demarcatie) van het proces; deze demarkeerende ontsteking is dus als een poging der natuur tot genezing te beschouwen. Bij beennecrose ontstaat door dit proces ten slotte een losliggend, dood beenstuk, secjuester geheeten (zie Beenontsteking).

< >