lactose, saccharum lactis, een suikersoort, die voorkomt in melk van zoogdieren; men verkrijgt ze door verdamping van wei, d.i. de vloeistof welke overblijft, wanneer boter ep kaasstof uit melk verwijderd zijn. M. vormt harde, ruitvormige kristallen, die 1 molecule kristalwater bevatten, en lost op in 6 deden koud of in 2 deden kokend water; zij heeft een slechts weinig zoeten smaak, en geeft in den mond min of meer den indruk van zand.
In de geneeskunde bezigt men M. als een zacht afvoermiddel, voornamelijk voor kinderen, verder ter verbetering van de koemelk om haar fijnvlokkig te doen stollen, en voorts in poeders, daar M. minder gauw vochtig wordt aan de lucht dan rietsuiker.