het voorkomen van alle of enkele mannelijke en vrouwelijke geslachtsorganen bij een en hetzelfde individu. Normaal komt H. voor bij vele planten en ook bij eenige dieren (meerdere weekdieren, bloedzuigers, sommige ingewandswormen, enz.).
H. is bij den mensch een ontwikkelingsstoornis. Een volkomen ontwikkeling in beide geslachtsrichtingen komt bij den mensch niet voor. Men onderscheidt een waar H. (H. verus) en een valsch (Pseudohermaphrodisie). Bij het ware H. zijn de geslachtsklieren van beide sexen aanwezig, bij de valsche worden alleen mannelijke en vrouwelijke geslachtsorganen aangetroffen. Het ware H. kan éénzijdig of dubbelzijdig voorkomen; beide vormen zijn echter zeer zeldzaam, en in verreweg de meeste gevallen hebben we te maken met Pseudohermaphrodisie.
Dikwijls zijn alleen de uitwendige geslachtsdeelen bisexueel (d.w.z. in tweeërlei geslachtelijke richting ontwikkeld). Bij den man komt dit voor, doordat de roede niet tot ontwikkeling komt en zeer klein blijft, terwijl de pisbuis zich niet geheel sluit (hypospadie) en de beide helften van den balzak niet met elkaar vergroeien, zoodat zij den indruk maken van vrouwelijke schaamlippen, vooral wanneer daarbij de testikels niet zijn afgedaald. Bij de vrouw kan de clitoris zeer sterk ontwikkeld zijn, zoodat, indien daarbij tevens de groote schaamlippen met elkaar vergroeien, het voorkomen van mannelijke geslachtsorganen kan ontstaan.
Het is in vele gevallen van H. zeer moeilijk met zekerheid het juiste geslacht van het individu te bepalen; zelfs de geheele lichaamsbouw, de stem, de beharing, de neigingen (ook op geslachtelijk gebied) kunnen bedriegen. Beslissend is alleen het aantoonen van zaadloozing of menstruaalbloeding, maar dan moeten die personen dus reeds een zekeren leeftijd bereikt hebben.