Gepubliceerd op 14-06-2022

Vrouw

betekenis & definitie

de mensch van het vrouwelijk geslacht (sexus femininus), de menschenvorm, die bij de natuurlijke arbeidsverdeling in het voortplantings. proces optreedt als het ontvangende en verder ontwikkelende individu. Het vrouwelijk lichaam verschilt in velerlei opzicht van dat van den man; ten eerste in het maaksel van de geslachtsorganen (zie aldaar), verder door de zwakkere ontwikkeling der beenderen en spieren, dus van het motorische stelsel; daarentegen is het vrouwelijk lichaam meer plastisch, de vervorming is rijkelijker, de ledematen zijn daardoor voller en ronder dan bij den man; bij dezen laatste is de borstkas en de schoudergordel het krachtigst ontwikkeld, bij de vrouw de bekkenstreek.

Ook het beenderstelsel vertoont verschillen; zoo heeft vooral het bekken der V. een anderen vorm dan dat van den man.De ademhaling der V. geschiedt voornamelijk met de borstkas (costaal), terwijl bij den man het middenrif en de buikspieren een grooter rol spelen (abdominaal).

De stofwisseling is bij de V. minder krachtig dan bij den man. Voor groote krachtsoefening is de V. minder geschikt, doch bij matige inspanning houdt zij het langer uit dan de man. Vele ziekten hebben bij de V. een minder stormachtig acuut verloop dan bij den man; ook bezwijkt de laatste aan een slepende ziekte eer dan de V.

Alle eigenaardigheden in het lichamelijk maaksel van de vrouw staan in het innigst verband met haar natuurlijke bestemming, het moederschap. Reeds bij een vluchtigen blik op de geschiedenis van het vrouwelijk geslacht blijkt het, dat de plaats die de vrouw in het leven inneemt, een der belangrijkste kenmerken is om het nationale karakter van een volk en zijn trap van beschaving te leeren kennen. Bij de ruwe volken van het Aziatische noorden en van Amerika en Afrika, is de vrouw veracht, weinig meer dan een slavin of lastdier.

< >