Fr., draadkorf, een gootvormig instrument van gevlochten ijzerdraad, liefst van binnen bekleed, dat ongeveer den vorm heeft van een arm, been, enz. Wordt gebruikt om deze deelen bij beenbreuk b.v. gemakkelijk in een onbeweeglijk (immobiliseerend) verband te zetten.
Men heeft zelfs zeer groote G. voor het geheele lichaam, die bij breuken van de wervelkolom of van het bekken aangewend worden.