noemt men het vaststellen van den aard eener ziekte na een voorafgaand onderzoek van den zieke met gebruikmaking van alle geneeskundige hulpmiddelen. Het onderzoek berust op de mededeelingen van den zieke en zijn omgeving en op de objectieve bevinding, d.i. op de uitkomst van het onderzoek zelf.
De ondervraging van den zieke bepaalt zich niet tot het verloop van de betrokken ziekte, doch betreft alle ziekten, die de patiënt vroeger reeds heeft doorstaan, voorts zijn leefwijze, zijn gewoonten, zijn sociale omstandigheden, een mogelijken erfelijken of verworven ziekteaanleg, enz. Een ondervraging van een zieke, die op volledigheid aanspraak maakt, en met voordeel gebruikt kan worden voor de D., moet dientengevolge ook de gezondheidsverhoudingen der naaste familieleden van den zieke, zijn ouders, broeders en zusters, als zij leven en de oorzaak van hun dood, als zij gestorven zijn, in het oog houden. Op deze wijze verkrijgt de arts velerlei gegevens, die in verband gebracht met hetgeen objectief gevonden wordt in vele gevallen het stellen van een D. van bijna mathematische zekerheid mogelijk maken.