het gestel; men verstaat hieronder eigenlijk het weerstandsvermogen tegen ziekten en andere schadelijke invloeden. De C. is aan verandering onderhevig, zoodat zwakke kinderen sterke menschen kunnen worden; eerst na de puberteits- of ontwikkelingsjaren krijgt de C. een zekere stabiliteit.
Oppervlakkig beoordeelt men de C. naar den lichaamsbouw (beenderen, spieren en vet) en de huidskleur. Koortsige ziekten verloopen bij een sterke C. snel en hevig, bij een zwakke meestal meer slepend. Ras, klimaat, erfelijkheid en sociale verhoudingen oefenen een belangrijken invloed uit op de C.
