de groote of lichaamsslagader, is het begin van het slagaderlijk bloedvaatstelsel; zij neemt haar oorsprong uit de linkerkamer van het hart, en heeft aanvankelijk ongeveer de dikte van een duim; loopt eerst naar boven en buigt zich dan met een boog (Aortaboog) naar beneden, om zich ter hoogte van de lendewervels te vertakken. Aan den oorsprong der A. bevinden zich drie halvemaanvormige klepvliezen.
Zie ook Bloedsomloop.