Venaesectio, het kunstmatig openen van een ader, met het doel om bloed aan het lichaam te onttrekken. Plaatselijke (locale) bloedonttrekking bewerkt men door het zetten van koppen of bloedzuigers; zie aldaar.
Vroeger werd het aderlaten zeer veelvuldig toegepast, thans nog bijna uitsluitend bij sommige hersen-, nier- en longziekten en ook om bloed voor transfusie te krijgen. Gewoonlijk wordt de aderlating gedaan door een der blauw door de huid heen schijnende aderen, in de buiging van het elleboogsgewricht, te openen met een lancet.