een alcaloïde, voorkomende in de soorten van het plantengeslacht Aconitum, welke aan deze stof haar giftigheid zoowel als haar geneeskracht danken. De aconitine van den handel is een mengsel.
Zuivere aconitine is een der zwaarste vergiften en wordt o.a. door de Ainos in Japan als pijlgif gebezigd. Als medicament wordt zij slechts in zeer geringe doses aangewend, en is tegenwoordig minder in gebruik dan vroeger.De verschijnselen van vergiftiging met aconitine en met planten, waarin deze stof voorkomt (aconieten), treden meestal reeds eenige minuten na de plaats gehad hebbende vergiftiging op, en zijn: brandende pijn in de mondholte en op de tong, sterke afscheiding van urine en zweet, langzame, kleine, onregelmatige pols, verwijding van de pupil, tijdelijk verlies van het gezichtsvermogen, soms ook van gehoor en spraak, hoofdpijn, duizeligheid, sterk gevoel van vermoeidheid, krampen, moeilijke ademhaling, totdat, zoo niet spoedig hulp wordt geboden, onder collaps (zie aldaar), in 1—12 uur de dood intreedt; bij langer duur meestal genezing.
Eerste behandeling, voor de komst van den arts: wijn bij kleine hoeveelheden laten drinken, opwekking van braken door een braakmiddel of door kitteling van de keel, kunstmatige ademhaling; zoo mogelijk dadelijk maaguitspoeling.
