I. verrassen, overrompelen, overvallen; betrappen; bedriegen, verschalken; door list verkrijgen; verwonderen, verbazen, bevreemden, opvallen; surprendre la bonne foi de qn., misbruik maken van iemands goed vertrouwen; surprendre une lettre, een brief onderscheppen; surprendre le secret de qn., achter iemands geheim komen;
II. se surprendre, zich op iets betrappen.