brood; klomp, stuk; opstopper, stomp; c'est pain bénit, fig. het is zijn verdiende loon; pain blanc, wittebrood; pain complet, volkorenbrood; pain noir, roggebrood; pain perdu, wentelteefjes; pain à cacheter, ouwel; pain d'autel (à chanter), misbrood; pain de cire, waskoek; pain d'épice, peperkoek; pain de froment, weitebrood, tarwebrood; pain de luxe, luxebrood; pain de ménage, huisbakken (eigengebakken) brood, gewoon brood; pain de munition, kommiesbrood; pain de savon, stuk zeep; pain de sucre, suikerbrood; avoir son pain cuit, zijn schaapjes op ’t droge hebben, er goed bij zitten; avoir du pain (cuit) sur la planche, er warmpjes in zitten; een flinke voorraad hebben; nog heel wat voor de boeg hebben; manger le pain des autres, het brood van vreemden eten; manger son pain blanc le premier, het lekkerste ’t eerst opeten, het prettigste of gemakkelijkste het eerst doen; je ne mange pas de ce pain-là, daar moet ik niets van hebben; mettre le pain à la main à qn., iemand aan een stuk brood helpen; cela se vend comme du pain, ze gaan weg als koek; au pain et à l'eau, op water en brood; mettre qn. au pain de douleur, iemand op water en brood zetten; pour un morceau de pain, voor een stuk brood; fig. voor een appel en een ei.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk