Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Gepubliceerd op 13-07-2022

Ménagement

betekenis & definitie

omzichtigheid; ’t ontzien, ’t sparen; ne plus garder aucun ménagement, niets of niemand meer ontzien; user de ménagements avec lui, hem ontzien; hem ’t pijnlijke van een plotselinge mededeling besparen; avec des ménagements, voorzichtig [iets meedelen]; sans ménagement(s), zonder hem (hen) te sparen, te ontzien.

< >