Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Gepubliceerd op 13-07-2022

Fourré

betekenis & definitie

I. met bont; gevoerd; chocolat gevulde chocolade; coup fourré, wederzijdse steek (stoot, ondienst); malice fourrée, steek onder water; être fourré de malice, vol ondeugd zitten; monnaie fourrée, verguld (verzilverd) koperen geldstuk; oiseau bien fourré, vogel die goed in de veren zit; petit pain fourré, belegd broodje; paix fourrée, schijnvrede; pays fourré, bosrijke streek;

II. kreupelbos, dicht begroeide plek.

< >