Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Gepubliceerd op 13-07-2022

Étendre

betekenis & definitie

I. uitstrekken, uitspreiden, uitsteken [hand], uitleggen [tapijt], uitspannen [de was], uitrekken [huid], aanlengen, verdunnen, uitzetten, uitbreiden, verruimen, vergroten, neervellen, neerschieten [tegenstander], uitspinnen;

II. s’étendre, zich uitstrekken (uitrekken), reiken; zich uitbreiden; s’étendre sur, uitweiden over.

< >