I. ontwrichten, verstuiken, verzwikken; démettre qn. de, iem. ontslaan (ontzetten) uit; démettre qn. d’un appel, iemands beroep afwijzen;
II. se démettre, zijn ambt neerleggen, ontslag nemen; heengaan; se démettre le bras, zijn arm ontwrichten.
Gepubliceerd op 25-05-2022
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: