arm; werkkracht, arbeider, hand; macht, kracht, invloed; overheid, gezag; schaar [v. kreeft], vin [v. walvis]; armleuning, mouw, rank, zwengel, handvatsel; bras [v. ra]; faire les beaux bras, aanstellerig doen; faire les grands bras, zich erg druk maken; être le bras droit de gn., iemands rechterhand zijn; avoir le bras long, veel invloed hebben; bras dessus bras dessous, arm in arm, gearmd; les bras manquent, er zijn handen tekort; tendre les bras à, de armen uitstrekken naar; te hulp komen, gul onthalen, vergiffenis schenken aan; de hulp inroepen van; les bras m'en tombent, ik sta er versteld van; à bras, door mensenkracht; saisir à bras le corps, om het middel vatten; fig. krachtig aangrijpen; à bras raccourcis, à tour de bras, uit alle macht, flink; à bout de bras, op armslengte; à force de bras, door mensenkracht; vivre de ses bras, van handenarbeid leven; en bras de chemise, in (zijn) hemdsmouwen; avoir sur les bras, opgescheept zitten met, te zorgen hebben voor; se mettre sur les bras, zich op de hals halen.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk