Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Gepubliceerd op 25-05-2022

Balance

betekenis & definitie

weegschaal, balans; onzekerheid, besluiteloosheid; evenwicht; balans, saldo; balance commerciale, balance du commerce, handelsbalans; balance romaine, unster, weeghaak; balance des comptes, betalingsbalans; tenir la balance, als scheidsrechter optreden; tenir la balance égale, onpartijdig zijn; en ook: besluiteloos; twijfelachtig; entrer en balance, in aanmerking komen; mettre en balance, het voor en tegen onderzoeken van; vergeleken.

< >