Wormtikkertje is in 1912 gesignaleerd in Groningen, in de vorm wurmtikkertje. T.K.E. de Haas-Okken schreef indertijd in de streekroman Hoppers Volk, vrij vertaald:
Ze lachten me uit, en ik kon niet wegkomen voordat ik een klein zoop je had gehad. 'Als het buiten zo koud en nat is,' zeiden ze, 'dan is zo'n wormtikkertje het behoud voor een mens.' Al eerder, in 1870, is de uitdrukking dat is om de wormen te verschrikken opgetekend. Men zei dit als men 's morgens vroeg een borreltje nam. Het idee was dat er pieren (ingewandswormen) in de maag zaten die men kon wegjagen door nog voor het ontbijt een glaasje jenever te drinken. Ook wormtikkertje zal dus oorspronkelijk zijn gebruikt voor 'eerste glas jenever, borrel op de nuchtere maag', net als maagje en pierenverschrikkertje. Om hetzelfde uit te drukken zei men in Groningen ook wurms kei moakn 'wormen koud maken'. Tuer le ver, zou de Franse drinker zeggen.