Traantje is in de betekenis 'borrel' in 1887 opgetekend in Groningen, als troanje. Al eerder, in 1836, was traantje in Overijssel gesignaleerd voor 'glaasje wijn'. Later werd het woord ook daar gebruikt voor 'borrel, slokje, glaasje sterke drank'. Het kwam in deze betekenis eveneens voor in Noord-Brabant, Twente en West- Vlaanderen. Bij dialectonderzoek in 1980 bleek de borrel naam bijna te zijn uitgestorven.
Wel werd traantje indertijd in Noord- Brabant, Gelderland en Groningen gebruikt voor 'kopje (sterke) koffie'. De borrel naam gaat terug op traan in de betekenis 'kleine hoeveelheid vocht'. Het is dus een van de vele borrel namen die de nietigheid van het glaasje benadrukken. In het Duits wordt Träne 'traan' gebruikt voor 'slokje' of'slecht gevuld glas'. In het Frans kun je een minuscuul borreltje aanduiden met het koosnaampje larmichette ('piepklein traantje').