In taalkundig opzicht moet Schnaps tot de beste Duitse export- producten horen. De Fransen kennen het als schnaps sinds het eind van de 18de eeuw. Het werd daar aanvankelijk gebruikt voor 'slechte aardappel- of graanjenever', later voor sterke jenever of jenever in het algemeen. De Britten kennen het sinds 1818, in de betekenis 'an ardent spirit resembling Dutch gin' (een vurige borrel die lijkt op Nederlandse jenever). Snaps is ook overgenomen in het Afrikaans, het Surinaams-Nederlands, het Zweeds, het Deens en vast in nog wel meer talen. In Nederland is het in 1825 voor het eerst aangetroffen, in een Fries gedicht over een gezelschap dat thee heeft gedronken. Daarna gaat het gezelschap de markt op, bij de kramen langs.
Vervolgens heet het, in vertaling: Een snapske is de beste kans het is op de thee gezond. Men dacht indertijd dat thee - en koffie - het gestel verslapte, en dat men een en ander het best kon tegengaan met jenever. Zie wat dit betreft ook afzakkertje en afzettertje. In Vlaanderen is snaps in 1840 voor het eerst gesignaleerd, in het Bargoens van Zele. Ook later is het in verschillende Nederlandse en Vlaamse Bargoense woord verzamelingen opgenomen. Het wordt nog altijd veel gebruikt, vooral in Limburg en in andere streken langs de Duitse grens. De uitspraak en schrijfwijze ervan lopen sterk uiteen. Zo zijn alleen al in Limburg de vormen schnaps, sjnaps, sjnepske en snepsge gevonden.
Schnaps komt sinds de 18de eeuw in het Duits voor en is afgeleid van het werkwoord schnappen, dat 'snappen, happen, pak- ken' betekent. Een schnapp was een 'slokje', een 'mondje vol' of - preciezer - 'de hoeveelheid die men met één mondvol kan drinken'. Zoals te verwachten bij zo'n wijdverbreide borrel naam, is snaps op vele plaatsen in onze literatuur gevonden. W.J. van Zeggelen gebruikte het in 1843 in een gedicht: De klok stond op vijf en de schel klepte luid En noodde voor 't eerst tot het middagmaal uit; Men nam dan gewoonlijk een snapsje; maar dra Klonk het tweede gelui, 't was een half uur daarna. Meer recentelijk gebruikte Johnny Hoes het in het liedje 'We hebben dorst!':
Ik zal nooit meer dronken wezen, Ik zal nooit meer dronken zijn, 'k zal voortaan slechts koffie drinken, Af en toe 'n glaasje wijn! Snaps, dat was z'n laatste woord Toen ging hij naar de hemelpoort! In de Duitse volkstaal onderscheidt men verschillende soorten Schnaps, zoals christlicher Schnaps 'met water verdunde jenever', welker Schnaps of minderjähriger Schnaps voor 'jenever met een laag alcoholpercentage', schwarzer Schnaps 'illegaal gestookte jenever' en weißer Schnaps 'heldere jenever'. Al deze uitdrukkingen dateren uit de eerste helft van deze eeuw. Uit de periode 1830-1840 dateert de zegswijze Schnaps ist gut für die Cholera. Jenever werd indertijd in Duitsland aanbevolen als middel tegen deze besmettelijke ziekte. Dat men vroeger in Nederland heel anders tegen jenever aankeek, blijkt uit de curieuze borrel- naam erger dan de cholera.