valse sleutel
In deze betekenis in 1906 voor het eerst aangetroffen in een Bargoense woordenlijst, De Boeventaal van Köster Henke. Köster Henke geeft als voorbeeldzin: ‘Leen mij dat pompertje voor die val’ (‘...voor dat huis’). Elders heeft hij het over ‘Een pomper met 5, 6 of 7 tandjes’. In een andere betekenis (‘balyntjes om ’t geldt uit de lade te steelen’) is pompers reeds in 1731 aangetroffen, in een Bargoense woordenlijst achter in het boek Cartouche, of de Gestrafte Booswicht.
• Het kookte in Simbad. [...] Bij die kon je geen effetief pompertje gebruiken. ¶ Is. Querido, Van Nes en Zeedijk (1915), p. 32. De schrijver verklaart de betekenis in een voetnoot.
