dronken
In 1886 voor het eerst aangetroffen, in een literaire tekst. In 1937 voor het eerst opgenomen in een Bargoense woordenlijst, De Gabbertaal van E.G. van Bolhuis. Van Bolhuis vermeldt pisekor voor ‘dronken’ en pisankoor voor ‘drinken’. De herkomst is niet bekend. Niet uit het Maleis.
• Gommes, neen! Uwé is maar alleenig een beetje pisankoor! ¶ Justus van Maurik, Novellen en schetsen (1886), p. 127. De schrijver verklaart de betekenis (‘Bargoensche uitdrukking voor beschonken’) in een voetnoot.
• Toe ginge ze na huis toe, om ’n stukkie te bikke. Maar, komaan, niks op de tafel, en Jaantje leit in d’r bed, óók pisekor. ¶ M.J. Brusse, Snok en Sam (1911, tekst uit 1903), p. 82
• ‘Toe ’k d’r, vóór ’k hierheen ging, nog ’s effe teerhartig over begon, keek ze mijn an of ik gek was… dus: dronke geweest, óók pizekor.’ M.J. Brusse, De generaal (1915), p. 155