Wat is de betekenis van pisankoor?

2025-07-29
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

pisankoor

(1886) (ook: pisekor) (Barg.) dronken. 'Volslagen pisekor zijn.' Herkomst onduidelijk. • Niewaar, meneer! Uwé heeft geen tak van een beroerte, is 't wel? - Gommes, neen! Uwé is maar alleenig een beetje pisankoor! (Justus van Maurik: Burgerluidjes: Novellen en schetsen. 1886) • Toe ginge ze na huis toe, om ’n stukkie t...

2025-07-29
Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

pisankoor

dronken In 1886 voor het eerst aangetroffen, in een literaire tekst. In 1937 voor het eerst opgenomen in een Bargoense woordenlijst, De Gabbertaal van E.G. van Bolhuis. Van Bolhuis vermeldt pisekor voor ‘dronken’ en pisankoor voor ‘drinken’. De herkomst is niet bekend. Niet uit het Maleis. • Gommes, neen! Uwé is maar alleenig...

Gerelateerde zoekopdrachten