Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

Gepubliceerd op 11-02-2019

olms

betekenis & definitie

oud

In deze betekenis omstreeks 1860 voor het eerst opgenomen in een Bargoense woordenlijst, opgesteld door M. Verwoert, indertijd directeur van een gevangenis te Utrecht. Vervolgens in 1906 opgenomen in De Boeventaal van Köster Henke. Volgens Köster Henke kon olms niet alleen ‘oud’ betekenen, maar ook ‘gek’ of ‘kindsch’. Als min of meer vaste verbindingen noemt hij olmse serrore (‘oude man’) en olmse niese (‘oude vrouw’); als samenstelling vermeldt hij olmspiese voor ‘oudemannenhuis’ en ‘gekkenhuis’. Van iemand die zich gek hield, die simuleerde, zei men: hij houdt zich olms. Via het Jiddische olom ontleend aan het Hebreeuwse olam (beide voor ‘eeuwigheid’).

• Als die olmse prolurk [proleet, schurk] eenmaal op het krot in slaap was gevallen, zou Daan de Ruige hem wel even een deuk in zijn test drukken. ¶ Is. Querido, Van Nes en Zeedijk (1915), p. 316. De schrijver verklaart de betekenis in een voetnoot.
• ‘Krijg de ziekte, olmsen zijknes.’ ¶ H. van Aalst, Onder martieners en bietsers (1947), p. 50. De schrijver verklaart de betekenis (‘oude beddebederver’) in een voetnoot.
• ‘Doe dat nou niet, Ka! Ik hou daar niet van; een kind mot een kind blijven. Het zijn al net van die olmse heertjes.’ G.P. Smis, Het nieuwe spionnetje (1955), p. 34. De schrijver verklaart de betekenis in een woordenlijst.

< >