Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

Gepubliceerd op 11-02-2019

maffen

betekenis & definitie

slapen

In 1897 voor het eerst aangetroffen, in een literaire tekst. In 1906 voor het eerst opgenomen in een Bargoense woordenlijst, De Boeventaal van Köster Henke. Köster Henke geeft als voorbeeldzin: ‘Een heitje betalen voor maffen is zonde; je hebt er 5 werkeloozen voor’ (‘een kwartje betalen om te slapen is zonde, daar heb je vijf grote borrels voor’). Men zei ook omvallen van de maf, aan de maf zijn en een mafje of maffie doen. Aanvankelijk ook aangetroffen in de soldatentaal en ‘in het Indische Nederlandsch’, aldus het Woordenboek der Nederlandsche Taal in 1904.

Een gedicht van J. Slauerhoff, getiteld ‘Een eerlijk zeemansgraf’, luidt:

Mijn kop was gonzend, ’k had beroerd gemaft,
Den andren dag, ik moest bij de’ ouwe komen,
Hij boog niet, had geen strepen méér: ‘Je bent gestraft
Met een maand gage.’ -- Wat een dure droomen!

• Tot […] Maupie z’n stoel naar achter verschoof, in verlangen even te tukken. Zelik sloeg tefillem dicht, grabbelde slaaprig tusschen zijn kiezen, waar nog vleeschdraden schrijnden, duwde pet over de oogen en probeerde te maffen, vest openhangend, broeksgespen los. ¶ Herman Heijermans, Sabbath (1897), p. 85
• ‘Van mijn denke ze: die knul is an roggebrood-met-niks en maffe in ’t hooi van kins af gewend.’ ¶ M.J. Brusse, Landlooperij (1906), p. 219
• ‘Je heit een hoop last, meheer. Je port ze, je port ze, ze roepen ja en ze maffe weer in en as ze dan te laat op derlui werk komme, heit Elie het gevrete.’ ¶ K. Groen, Dode getuigen (1952), p. 175

< >