Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

Gepubliceerd op 07-02-2017

Gezondmakertje

betekenis & definitie

Gezondmakertje is voor het eerst aangetroffen in 1889, in het WNT. 'In den jongeren tijd opnieuw gevormd, als schertsende benaming voor een maag bittertje of ander borreltje, dat men in den morgen gebruikt.' De voorbeeld-zin in het WNT luidt: 'Hij neemt gewoonlijk 's morgens een gezondmakertje en 's avonds een slaapmutsje.'

Deze borrel dankt zijn naam aan het oude volksgeloof dat jenever goed is voor de gezondheid. Dit laatste blijkt onder andere uit een pamflet dat in 1839 werd opgesteld door de gezamenlijke jeneverstokers te Schiedam:
In 't algemeen is ons fabrikaat onontbeerlijk, en met geen goud, te duur betaald, in ons grotendeels moerassig, waterachtig vaderland, waar het ons tegen den invloed van schadelijke dampen beveiligt en menige ziekte voorkomt. Een kritisch geluid was te horen in een tijdschrift uit 1841:
De Nederlander, in zijne lage en moerassige streken, door de wateren van de Noordzee omgeven, verkeert nog altijd in den waan dat hij achter zijne duinen en dijken, in zijne vochtige lucht, sterke drank behoeft om den schadelijken invloed van zijn ongezond klimaat te weren.

De borrelnaam gezondmakertje is onlangs nog in Vlaanderen ge- hoord. Hij ontbreekt in de Grote Van Dale, maar staat wel in de Van Dale Hedendaags Nederlands. Het Duits kent een soortgelijke uitdrukking; daar heet een straffe borrel of een kruidenlikeur wel Magendoktor 'maagdokter'.

< >