krant
In 1906 voor het eerst opgenomen in een Bargoense woordenlijst, De Boeventaal van Köster Henke. Köster Henke geeft als voorbeeldzin: ‘Daar zal wel een labe van in de flik steunen’ (‘daar zal wel een hoop over in de krant staan’).
• ‘As jij de flik van v’n-avond geleze had, had je d’r m’n naam in kunnen vinde; juist vandaag veroordeeld.’ ¶ Jan Feith, Het verhaal van den dief (1909), p. 6
• Dat was ’n bloedsiener... stong de flik vól fan temee. ¶ Is. Querido, Mooie Karel (1925), p. 482. De schrijver verklaart de betekenis in een voetnoot.