Woordenboek van Eufemismen

Marc de Coster (2004)

Gepubliceerd op 17-08-2018

potlood

betekenis & definitie

Schertsende aanduiding van het mannelijk geslachtsorgaan. Vanwege de gelijkenis. ‘Zijn potlood slijpen’ en ‘potlooien’ zijn slanguitdrukkingen voor geslachtsgemeenschap hebben. In soldatentaal bestaat de dooddoener en schertsende afwijzing: ‘Schrijf het maar op je buik, je hebt het potlood bij de hand!’ In dezelfde kringen hoort men tijdens exercities weleens de kreet ‘Potlood in de grond’, waarbij de rekruten aangespoord worden om zich laag bij de grond voort te bewegen. Hier speelt de dubbele betekenis van potlood, dat in soldatenkringen ook nog ‘geweer’ betekent. In het Engelse taalgebied is ook ‘pencil’ een populaire metafoor voor de penis, terwijl ‘pencil and tassel’ (potlood en kwast) staan voor de penis en de testikels*.

Zonder een woord te zeggen was ze na het aanschouwen van mijn meesterwerk op papier voor mijn stoel neergeknield en had mijn gulp opengeritst. Terwijl ze mijn potlood eruit friemelde keek ik haar verbaasd en zij mij ondeugend aan.

Jan Cremer: Made in USA. 1969

Ga jij je maar in het donker liggen afkarnen onder de spijker met het potlood naast die non waarmee jij getrouwd bent.

Jeroen Brouwers: De zondvloed. 1988

Ongetwijfeld is het noemen van Tedje en de Flikkers hier op zijn plaats, maar door overmatig exhibitionisme van de zanger, die zijn potlood liet wapperen in een visnetje, was deze Nederlandse groep slechts één elpee (1980) en weinig roem beschoren.

HP/De Tijd, 06-12-91

< >