Woordenboek van Eufemismen

Marc de Coster (2004)

Gepubliceerd op 17-08-2018

hemelen gaan

betekenis & definitie

Sterven. Letterlijk: ten hemel varen. Volgens het WNT reeds bij Kiliaen (1599) en meerdere malen bij Vondel, verder ook nog bij W. van Focquenbroch (ca. 1665) en bij Harrebomée. In het begin van de twintigste eeuw nog veelvuldig voorkomend in de volkstaal.

Endt (1974) neemt het woord op als Bargoense term. Sedert de achttiende eeuw eveneens in de Duitse volkstaal: ‘himmeln’. Küpper denkt aan het beeld van de stervende die zijn ogen verdraait en aan het geloof dat de dode in de hemel terechtkomt.

Sinds m’n wijf is gaan hemelen ben ik ook maar alleen.

Jan Mens: Goud onder golven. 1949

Maar toen mijn Aaltje was gaan hemelen en mijn zoon op weg naar de Oost, heb ik nog ’es kennis gehad aan een vrouw.

Jan Mens: Griet Manshande. 1972

En toen is m’n ouwe heer gaan hemelen.

Maarten ’t Hart: Het woeden der gehele wereld. 1992

< >