Etymologisch Woordenboek

Instituut voor de Nederlandse taal

Gepubliceerd op 24-04-2024

denderen

betekenis & definitie

denderen ww. 'dreunend schokken'
categorie: geleed woord

Nnl. denderen 'dreunend trillen' [1876; WNT].

Variant van donderen met expressieve klinkerwisseling om een heller geluid weer te geven.
denderend bn. 'geweldig'. Nnl. denderend 'id.' [1952; WNT Aanv. jazzband]. Teg.deelw. van denderen, wrsch. letterlijk 'in (positieve) beroering brengend'.

< >