Wat is de betekenis van denderen?

2025-07-23
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Denderen

(denderde, heeft gedenderd), (van rijtuigen) 1. dreunend schokken: denderende treinen; 2. (gew.) trappelen; (boevent.) dansen.

2025-07-23
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

denderen

denderen - Werkwoord 1. (absol) met dreunend geluid zich voortbewegen of trillen     ♢ - De goederentrein denderde door het station.     ♢ - Lunchtijd aan de Vijzelgracht in Amsterdam. Het terras van een Italiaanse broodjeszaak staat vol dure damestassen. Kinderwagens dendere...

2025-07-23
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

denderen

denderen - regelmatig werkwoord uitspraak: den-de-ren 1. hard en met dreunend geluid rijden ♢ de trein denderde over de ijzeren brug Regelmatig werkwoord: den-de-ren ik dender jij/u dend...

2025-07-23
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Denderen

v., dinderje.

2025-07-23
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

denderen

denderde, h. gedenderd (van rijtuigen: dreunend trillen, of schokken; Z.N. gew. drentelen).

2025-07-23
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

denderen

(dendərən) (denderde, heeft gedenderd) [klnb.] dreunen, trillen, ratelen : -de rijtuigen.

2025-07-23
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Denderen

(denderde, heeft gedenderd), dreunend schokken; denderende treinen.

2025-07-23
Etymologisch Woordenboek

Instituut voor de Nederlandse taal

denderen

denderen ww. 'dreunend schokken' categorie: geleed woord Nnl. denderen 'dreunend trillen' [1876; WNT]. Variant van donderen met expressieve klinkerwisseling om een heller geluid weer te geven. ◆ denderend bn. 'geweldig'. Nnl. denderend 'id.' [1952; WNT Aanv. j...

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-23
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Denderen

DENDEREN, (denderde, heeft gedenderd), (van rijtuigen) dreunend schokken.